Slide background
Slide background
Slide background
Principebesluit: hoe bindend is dat?
26-11-2015
Onlangs sprak ik met raadsleden over een principebesluit van burgemeester en wethouders. Het betrof een bedrijventerrein waar gebouwen leegstaan en verloedering toeslaat. Het is eigendom van een buitenlands bedrijf. Een projectontwikkelaar wil het kopen om er woningen te bouwen, waarvoor sloop van de gebouwen en milieusanering nodig is. Het college heeft een principebesluit genomen op basis waarvan de ontwikkelaar zijn idee kan uitwerken. Er is nog geen intentieovereenkomst gesloten. Een burgerinitiatief pleit voor behoud van enkele gebouwen vanwege hun (cultuur)historische waarde. Dat lijkt niet te passen bij het idee van de ontwikkelaar.

Er lag een raadsbesluit, waarbij het college wordt verzocht informatie te geven over alternatieven voor herontwikkeling. Verder wil de raad samen met belanghebbende burgers in een vroeg stadium betrokken worden bij visie-, plan- en besluitvorming. Ook moet de verdere invulling en ontwikkeling van het terrein plaatsvinden binnen door de raad vastgestelde randvoorwaarden voor ruimtelijke kwaliteit, beeldkwaliteit en duurzaamheid. Toen het college het principebesluit nam, waren die randvoorwaarden er (nog) niet. Hoe bindend is nu dat principebesluit?

De wetgeving kent het principebesluit niet. Taalkundig is het ‘een besluit dat alleen een principe, niet de uitvoering of toepassing betreft’. Er is dus slechts besloten, dat het college woningbouw een acceptabele optie vindt voor het terrein. Meer niet. Woningbouw is in strijd met het bestemmingsplan: er zal dus een daarop gericht besluit moeten worden genomen. In ons duale systeem zijn de bevoegdheden van B&W en de gemeenteraad gescheiden. Het college kan daarbij de gemeenteraad niet binden door toezeggingen, principe besluiten e.d. Er is dus nog geen man overboord.

Dat blijkt uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 11 februari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:387. In deze zaak had het college positief over toekomstig gebruik voor een autohandel geoordeeld en de initiatiefnemer steeds geïnformeerd over de procedurestappen. Volgens de Afdeling is het vaststellen van een bestemmingsplan echter geen bevoegdheid van het college, maar van de raad. Door het college gewekte verwachtingen over een nieuwe bestemmingsregeling kunnen er niet toe leiden dat de raad daartoe is gehouden. De vaststelling van een bestemmingsplan is volgens de Afdeling mede afhankelijk van alle in de loop van de procedure naar voren gekomen feiten en belangen. Dat de raad niet eerder bezwaren naar voren heeft gebracht over het initiatief kon daarom niet leiden tot het oordeel dat de raad de verwachting heeft gewekt dat voor het perceel een nieuwe bestemmingsregeling zou worden vastgesteld.

Het is dus belangrijk wie besluiten neemt en verwachtingen wekt: doet dat het college of doet dat de gemeenteraad zelf. Dat is een cruciaal verschil.

Zelfs als door B&W overeenkomsten met een initiatiefnemer zijn gesloten, hoeft de gemeenteraad daaraan niet gebonden te zijn. De Afdeling oordeelde in de uitspraak van 27 juni 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW9520 dat een overeenkomst (ongeacht of het nu ging om een inspanningsverplichting of niet), niet kan leiden tot een verplichting van de raad om aan die gronden een bestemming te geven die de raad niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening acht. Een gebondenheid van de raad aan de overeenkomst verdraagt zich niet met de bevoegdheid tot bestemmingsplanherziening. Wel moet een gemeenteraad het belang van degene die de overeenkomst heeft gesloten afwegen en goed kunnen motiveren waarom men niet volgens de afspraken verder wil. Soms kan er dan aanleiding zijn voor een schadevergoeding (ABRS 19 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:986). Echter, voor een terechte schadeclaim moet de ontwikkelaar aantonen dat de overeenkomst niet is nagekomen of dat een onrechtmatige daad is gepleegd. Ook moet hij onderbouwen of en hoeveel schade is geleden. Dat is nog niet zo gemakkelijk.

Ook het college zelf kan bij de vergunningverlening terugkomen op de aanvankelijke bereidheid om medewerking te verlenen. Volgens de Afdeling (ABRS 5 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:775) moet dan goed gemotiveerd kunnen worden welk nieuw inzicht er is en hoe rekening is gehouden met het bij de verzoeker gewekte vertrouwen en diens belangen. Voor gewekt vertrouwen zijn uitlatingen waaruit een positieve houding over het voorgenomen project blijkt, dan onvoldoende. De uiteindelijke beslissing hangt immers af van alle in de verdere loop van de procedure naar voren gekomen feiten en belangen. Daar vallen ook de belangen van derden onder. Al met al, kan de belangenafweging dus anders uitvallen dan het college eerder heeft ingeschat. Het ontbreken van een expliciet voorbehoud, het feit dat de bouwplannen al voldoende concreet waren en het gegeven dat de feiten en omstandigheden sindsdien niet waren gewijzigd, heeft in deze zaak niet geleid niet tot een ander oordeel. Relevant hierbij was bovendien, dat de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moest afgeven.

Dus: het college heeft niet meer gezegd dan dat het zelf woningbouw een optie vindt. Een professionele projectontwikkelaar weet dat de juridische betekenis daarvan heel gering is.

De gemeenteraad kan gewoon randvoorwaarden vaststellen en het college alsnog vragen alternatieven te onderzoeken. En wie weet, meldt zich nog een andere ontwikkelaar met een mooier plan dat ook binnen de randvoorwaarden past, zodat het burgerinitiatief alsnog blij kan zijn.

  bestemmingsplan, burgerparticipatie, gebiedsontwikkeling, gemeenteraad, gewekte verwachtingen, grondexploitatie, herstructurering, leegstand, omgevingsvergunning, projectontwikkelaars, sturing door de raad, vaststellen bestemmingsplan, vertrouwensbeginsel


Reactie(s)

Er zijn nog geen reacties op dit artikel.



Naam


Email


Uw reactie








ABONNEER
je op deze Blog via E-mail

Vul je emailadres in om in te schrijven op deze blog en emailmeldingen te ontvangen van nieuwe berichten.

MENSELIJK
Oog voor mens en omgeving binnen de juridische puzzel.
NIEUWE STRUCTUREN
RO gaat nog te veel over de geijkte paden. Durf die los te laten.
DRAAGVLAK
RO bekijk je vanuit alle invalshoeken. Alleen dan krijg je mensen mee.